The board
Op het laagste niveau werkt Zonai net als andere scrumplanners. Je hebt een project met een kanbanboard waarop Work Items per status in een lijst staan.
Je kunt filteren op assignees, type of sprint. Ook kun je nieuwe Work Items aanmaken en verplaatsen om de status aan te passen.
Op elk Work Item zitten badges. Je kunt kiezen of je die groot of klein wilt weergeven, of ze helemaal uitschakelen.
Daarnaast is er ook een taskboard dat het mogelijk maakt subtaken aan Work Items toe te voegen.
Work Items
Work Items zijn het primaire model van een stuk werk dat gedaan kan worden in Zonai. Ze zijn vergelijkbaar met een card in Trello of een issue in Jira.
Work Items kunnen gegevens bevatten zoals titel, status, prioriteit, assignees, enzovoort.
Work Item Types
Work Items worden gedefinieerd door een type. Een Work Item Type bepaalt welke velden en functies beschikbaar zijn op een Work Item.
Je kunt ook het icoon en de kleur aanpassen, zodat het makkelijker wordt om te zien om welk type Work Item het gaat.
Het Work Item Type bepaalt ook welke workflow een Work Item gebruikt. Zo kun je aangeven welke structuur je board heeft, bijvoorbeeld:
To Do - Doing - Done
Of met extra stappen:
To Do - Doing - To Test - To Review - Done
Epics
Epics zijn bedoeld voor categorieën. Ze geven overzicht in welk deel van je project een bepaald Work Item valt en hoe de voortgang daarvan is.
User Story
De User Story vormt het basisniveau van een Work Item. Deze items zijn zichtbaar op het board.
Tasks
Tasks vallen onder User Stories en fungeren als een soort checklist, zodat de assignee kan bijhouden welke onderdelen van een User Story klaar zijn en welke nog moeten gebeuren.
Automations
Automations is een nieuwe functie die nog in ontwikkeling is. Hiermee kun je custom functionaliteit toevoegen aan je project.
Het systeem is gebaseerd op de Unity Visual Scripting workflow, waarbij referenties losstaan van de flow van de nodes.
Daarnaast is het mogelijk extra functionaliteit toe te voegen aan bepaalde acties. Zoals in de flow hiernaast.
Wanneer een gebruiker een sprint wil voltooien, wordt eerst een automation uitgevoerd voordat de sprint daadwerkelijk wordt afgerond.
In de flow worden alle onvoltooide Work Items automatisch doorgeschoven naar de volgende sprint.
Als er nog geen nieuwe sprint bestaat, wordt die automatisch aangemaakt.
Dit alles gebeurt op de achtergrond. In de frontend wordt aangegeven wanneer het uitvoeren langer duurt dan verwacht, zodat duidelijk is dat er nog automations actief zijn.